Dodenherdenking 2016

 

Jaarlijks organiseert de werkgroep 4 mei van de dorpsraad Vierlingsbeek de dodenherdenking bij het oorlogsmonument gelegen aan het Vrijthof plein. De herdenking was goed bezocht door jong en oud en de viering is waardig en respectvol verlopen. De toespraak van Wethouder Stevens en de gezamenlijke uitvoering van de koren en de harmonie van het muziekstuk “remembrance day”, dat zeer toepasselijk gekozen was, liet bij velen een diepe indruk na.

 

Hieronder is de toespraak weergegeven:

“Vanavond staan we hier stil bij ons eigen herdenkingsmonument om uiting te geven aan onze gevoelens van respect en dankbaarheid aan degenen die gesneuveld zijn in de strijd om onze vrijheid.

 

Enkele jaren geleden rees her en der de twijfel of deze herdenking nog wel een functie had. ‘De Oorlog’ was al zolang geleden en er waren steeds minder mensen die deze hadden meegemaakt. Het zou niet meer van deze tijd zijn.

 

Het herdenken van de verschrikkingen die miljoenen mensen op de hele wereld te verduren hadden, is echter niet iets om slechts als jaartallen in de geschiedenisboeken te plaatsen. We herdenken immers hen die voor onze vrijheid streden en daarbij het leven lieten. We blijven herdenken vanwege de miljoenen onschuldige burgers die vaak onder gruwelijke omstandigheden omkwamen. We blijven herdenken om de oorlogen die de wereld nog steeds teisteren. We blijven herdenken in de hoop dat het stilstaan bij de verschrikkingen die mensen elkaar aandeden, nieuwe oorlogen voorkomt.

 

Maar helaas moeten we constateren dat ook de actualiteit aanleiding vormt om te blijven herdenken. Op dit moment zijn er in de wereld zestig miljoen mensen op de vlucht voor geweld, vervolging en oorlog. Van hen is 51% jonger dan achttien. Het aantal mensen op de vlucht is sinds de Tweede Wereldoorlog voor het eerst weer boven de vijftig miljoen. 

 

Dat grote aantal mensen dat over de aardbol zwerft, op zoek naar veiligheid en vrijheid houdt ons bezig. Vluchtelingen in kampen, op boten, onderweg onder erbarmelijke omstandigheden. We zien de verschrikkelijke beelden op tv en op kleine schaal merken we iets van deze vluchtelingenstroom in ons eigen land. Zo’n 43.000 mensen vroegen vorig jaar asiel aan in Nederland. Naar verhouding misschien een klein aantal, maar we zien toch dat het mensen angstig maakt, zelfs dat het onze landgenoten tegenover elkaar zet. Dat er vaak wordt gedacht dat opvang misschien wel nodig is, zolang het maar niet in ons dorp of onze wijk is. Is vrijheid voor de ander minder belangrijk dan voor onszelf, mogen wij ons dan afvragen.

 

Maar we voelen ook voor het eerst sinds heel lang dat onze vrijheid niet zo vanzelfsprekend is. Hoe gaan we om met het gevoel dat onze manier van leven wordt betwist, onze cultuur? Hoe bang moeten we zijn? Of mogen we juist niet bang zijn, omdat we de terroristen daarmee hun zin geven?

Kiezen we voor haat of voor de verbinding met mensen die juist voor deze terreur op de vlucht zijn?

 

We staan op deze dag niet alleen stil bij de slachtoffers van oorlogen, maar ook bij de gebeurtenissen die hiertoe hebben geleid. Hoe destijds sluipenderwijs mensen tegenover elkaar kwamen te staan, die daarvoor vredig met elkaar omgingen. Hoe Joodse gezinnen dachten dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen omdat ze zoveel goede vrienden hadden buiten hun geloof,  volledig geaccepteerd werden en volop meededen aan het verenigingsleven. En dat geleidelijk aan vrijwel iedereen afstand van ze nam, ze steeds meer werden gemeden, niet meer werden gegroet en misschien uiteindelijk zelfs verraden door iemand van wie ze dat het minst hadden verwacht.

 

In onze tijd beginnen we helaas weer te ontdekken wat het betekent als er groepen in onze samenleving tegenover elkaar komen te staan. Als er weinig respect is voor de mening van een ander. Als vrijheid van meningsuiting wordt gebruikt om een ander de mond te snoeren. Als hele groepen worden gewantrouwd vanwege de handelingen van enkelen.

 

Een klein voorbeeld is het relaas van de van oorsprong Turkse man die al 40 jaar in Nederland woont. Sinds een tijdje groeten zijn buren hem niet meer. ‘Eerst zagen ze me als mens, nu als moslim’, geeft hij als reden. Het maakt hem verdrietig en hij vraagt zich af of Nederland nog wel zijn thuis is, zoals hij heel lang dacht.

Natuurlijk is het in geen vergelijking met dat wat de Joden overkwam. Maar het zaadje van de onverdraagzaamheid, de haat, is hiermee wel geplant.

 

Als je manier van leven betwist wordt en aangevallen, is het moeilijk te zien wie vriend of vijand is. Misschien is het wel het gemakkelijkste om iedereen die bij een bepaalde groep lijkt te horen als vijand te zien. Dat houdt het overzichtelijk. Maar daarmee gaan we ook regelrecht in tegen onze eigen behoefte aan vrijheid. Om gezien te worden als individu, beoordeeld te worden op wie je bent en wat je doet en niet omdat je bij een bepaalde groep hoort. En gaan we ook regelrecht in tegen dat wat we van de Tweede wereldoorlog hadden kunnen leren.

 

Vandaag herdenken we. Staan we er bij stil dat veiligheid en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn. Deze moeten we zelf bewaken en beschermen. Door vrijheid door te geven. Door de vrijheid te omarmen. Door een arm te slaan om hen voor wie vrijheid het minst vanzelfsprekend is.”

 

 

Via deze weg willen wij de mensen en organisaties in het bijzonder bedanken, die met ons de jaarlijkse dodenherdenking mogelijk maken (alfabetische volgorde) : Dorpsraad Vierlingsbeek, Gemeente Boxmeer,  Harmonie “De herleving”, Het St. Anthonius en St. Nicolaasgilde, dhr. Jan Nillesen,  dhr. Jos van Rooij, parochie MMvdK, Stichting Koningskerkje, Zangvereniging Groeningen en Zangvereniging Vondel.